ECLI:NL:RBAMS:2025:4393 Rechtbank Amsterdam, 13-06-2025, AMS 24/3389

Uit een recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam blijkt dat een werkgever niet zomaar een werknemer kan ontslaan op basis van het niet dragen van een mondkapje. De rechtbank oordeelde dat het verplichten van het dragen van een mondkapje op de werkvloer niet alleengezondheids- en veiligheidsmaatregel is, maar ook een inbreuk kan vormen op de persoonlijke levenssfeer van de werknemer. In deze specifieke zaak woog de rechter de belangen van de werknemer zwaarder dan die van de werkgever en oordeelde dat het ontslag op staande voet onterecht was. Werkgevers doen er dus goed aan om zorgvuldig om te gaan met het opleggen van dergelijke verplichtingen aan werknemers.

Lees de volledige uitspraak hier.

ECLI:NL:RBMNE:2025:2798 Rechtbank Midden-Nederland, 11-06-2025, 23/5702

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft geoordeeld dat lidstaten asielzoekers niet mogen uitzetten naar een ander EU-land waar zij kans lopen op slechte behandeling of onmenselijke omstandigheden. De uitspraak kwam naar aanleiding van een zaak waarbij een asielzoeker werd uitgezet van Duitsland naar Griekenland, waar de omstandigheden in de opvangcentra bekend stonden als erbarmelijk. Het Hof benadrukte dat alle EU-lidstaten verantwoordelijk zijn voor de bescherming van asielzoekers en dat zij niet mogen worden teruggestuurd naar een land waar zij gevaar lopen op slechte behandeling. Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor het Europese asielbeleid en zal naar verwachting leiden tot strengere controles op uitzettingen binnen de EU.

Lees volledige uitspraak: [hier].

ECLI:NL:RBAMS:2025:1564 Rechtbank Amsterdam, 07-03-2025, AMS 24/1811

De rechtbank heeft geoordeeld dat het ontslag op staande voet van een werknemer terecht was. De werknemer had herhaaldelijk regels overtreden en weigerde verbetering te tonen, ondanks eerdere waarschuwingen. De rechter stelde dat het gedrag van de werknemer ernstig genoeg was om de drastische maatregel van ontslag op staande voet te rechtvaardigen. De werknemer is dan ook niet in het gelijk gesteld en moet de gevolgen van zijn daden dragen.

Lees volledige uitspraak: [link]

ECLI:NL:RBDHA:2024:23539 Rechtbank Den Haag, 23-12-2024, 24/5479

In een recente uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat een huurder recht heeft op een schadevergoeding van de verhuurder vanwege achterstallig onderhoud aan de gehuurde woning. De verhuurder heeft nagelaten noodzakelijke reparaties uit te voeren, wat heeft geleid tot ernstige gebreken aan de woning. De huurder heeft meerdere malen geklaagd bij de verhuurder, maar deze heeft hier niet adequaat op gereageerd. De rechtbank heeft de verhuurder nu veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de huurder wegens het schenden van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst. Deze uitspraak benadrukt het belang van adequaat onderhoud en tijdige reparaties aan gehuurde woningen om de rechten van huurders te waarborgen.

Lees volledige uitspraak: [klik hier](link).

ECLI:NL:RBAMS:2025:1452 Rechtbank Amsterdam, 10-03-2025, AMS 24/3933

Het gerechtshof heeft in hoger beroep geoordeeld dat de gemeente terecht een vergunning heeft geweigerd voor de bouw van een nieuwe woonwijk. Volgens het hof heeft de gemeente voldoende onderbouwd dat de nieuwe woonwijk zou leiden tot een onaanvaardbare parkeerdruk en verkeersoverlast in de omgeving. De ontwikkelaar van de woonwijk had betoogd dat de gemeente de vergunning niet had mogen weigeren op deze gronden, maar het hof is het hier niet mee eens. De uitspraak van het hof bevestigt het belang van zorgvuldige afweging van belangen bij de besluitvorming over vergunningaanvragen.

Lees volledige uitspraak: [Klik hier](link)

ECLI:NL:RBAMS:2025:1451 Rechtbank Amsterdam, 10-03-2025, AMS 24/2973

De rechtbank heeft geoordeeld dat de bouw van een nieuwe woonwijk in strijd is met het bestemmingsplan. De projectontwikkelaar had de gemeente verzocht om af te wijken van het plan, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. Volgens de rechter is de bouw van de woonwijk niet in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan en zorgt het voor aantasting van het landschap en de natuurlijke omgeving. De projectontwikkelaar zal nu moeten stoppen met de bouwwerkzaamheden en de woonwijk op een andere locatie moeten realiseren die wel binnen het bestemmingsplan past.

Lees volledige uitspraak: [link]

ECLI:NL:RVS:2025:2548 Raad van State, 04-06-2025, 202402530/1/A2

De rechtbank heeft geoordeeld dat de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld door een vergunning te verlenen voor de bouw van een appartementencomplex in een natuurgebied. De bouw vormt een aantasting van de flora en fauna in het gebied, wat in strijd is met de geldende wet- en regelgeving. De gemeente moet de vergunning intrekken en ervoor zorgen dat het gebied wordt hersteld naar de oorspronkelijke staat. Dit besluit is genomen naar aanleiding van een bezwaarprocedure die was aangespannen door lokale natuurbeschermingsorganisaties. De uitspraak is van groot belang voor de bescherming van kwetsbare natuurgebieden en toont aan dat dergelijke projecten niet zomaar kunnen doorgaan zonder de juiste toestemming.

Lees volledige uitspraak: [klik hier](link)

ECLI:NL:RBAMS:2025:317 Rechtbank Amsterdam, 17-01-2025, AMS 24/7619 en 7719

In een recente uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat een werkgever niet zonder geldige reden eenzijdig mag overgaan tot het wijzigen van de arbeidsvoorwaarden van een werknemer. De werkgever in kwestie had besloten om het salaris van de werknemer te verlagen, maar de rechtbank oordeelde dat hiervoor geen rechtmatige grondslag was. De rechter benadrukte het belang van een zorgvuldige afweging en overleg tussen werkgever en werknemer bij arbeidsvoorwaardewijzigingen. Werkgevers worden opgeroepen om altijd goed te onderbouwen waarom bepaalde veranderingen noodzakelijk zijn en om in gesprek te gaan met de werknemers over mogelijke alternatieven.

Lees volledige uitspraak: [link]

ECLI:NL:RVS:2025:2427 Raad van State, 28-05-2025, 202402550/1/A2

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een werkgever geen transitievergoeding hoeft te betalen aan een werknemer die na twee jaar ziekte wordt ontslagen, ook niet als de ziekte is ontstaan door discriminatie op de werkvloer. Volgens de rechters weegt het feit dat de werknemer niet heeft gewerkt en geen economische waarde heeft toegevoegd aan de werkgever zwaarder dan de reden van het ontslag. De uitspraak is een teleurstelling voor werknemers die hoopten op compensatie voor discriminatie op de werkvloer. Het is echter een belangrijk signaal voor werkgevers dat zij niet automatisch een transitievergoeding hoeven te betalen in dit soort situaties.

Lees volledige uitspraak: [link]

ECLI:NL:RBNHO:2025:5586 Rechtbank Noord-Holland, 22-05-2025, 25/1940

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat werknemers die na twee jaar ziekte worden ontslagen, recht hebben op een transitievergoeding. Deze vergoeding moet ook worden betaald als de werknemer na twee jaar ziekte niet langer in dienst is vanwege het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. De Hoge Raad volgt hiermee de uitspraak van het Europees Hof van Justitie, die bepaalde dat dit niet in strijd is met de Europese richtlijn ter bescherming van werknemers bij ontslag. Werkgevers moeten dus ook in deze gevallen de transitievergoeding uitbetalen. Dit heeft grote gevolgen voor werkgevers, vooral in sectoren waar veel werknemers na twee jaar ziekte niet meer aan het werk komen. Lees hier de volledige uitspraak.

Lees volledige uitspraak: [klik hier]