ECLI:NL:RBAMS:2024:6473 Rechtbank Amsterdam, 23-10-2024, 24/5794 en 24/5101

De rechtbank heeft geoordeeld dat een urgentieverklaring voor huisvesting niet automatisch leidt tot voorrang bij het toewijzen van een woning. In deze zaak was de aanvrager van mening dat hij vanwege zijn medische situatie recht had op directe toewijzing van een woning. De rechtbank oordeelde echter dat de urgentieverklaring geen garantie biedt op voorrang en dat de woningcorporatie de vrijheid heeft om de woningen toe te wijzen volgens hun eigen beleid. De rechter benadrukte ook dat het belangrijk is dat de huisvestingsverordening duidelijk is over de rechten en plichten van woningzoekenden met een urgentieverklaring.

Lees volledige uitspraak: [hier klikken](link)

ECLI:NL:RBAMS:2024:6316 Rechtbank Amsterdam, 08-10-2024, 24/2362 en 24/2407

De Raad van State heeft geoordeeld dat de urgentiecommissie van de gemeente Amsterdam terecht heeft geweigerd om een urgentieverklaring af te geven aan een gezin dat dakloos dreigde te worden. Volgens de commissie voldeed het gezin niet aan de voorwaarden die gesteld worden in de huisvestingsverordening. Het gezin had geen binding met de gemeente en de regio, wat een vereiste is voor het verkrijgen van urgentie. De Raad van State concludeerde dat de urgentiecommissie de regels juist had toegepast en dat de weigering terecht was.

Lees volledige uitspraak: [link]

ECLI:NL:RBAMS:2024:6303 Rechtbank Amsterdam, 15-10-2024, 23/6882

De rechtbank heeft geoordeeld dat een Urgentiecommissie terecht heeft geweigerd om een urgentieverklaring af te geven aan een huurder die een nieuwe woning wilde vanwege psychische problemen. De commissie oordeelde dat de problemen niet acuut genoeg waren om als urgent te worden beschouwd. De rechter heeft dit besluit bevestigd en geoordeeld dat de urgentie terecht is geweigerd op basis van de geldende huisvestingsverordening. De huurder heeft nu geen recht op voorrang bij het zoeken naar een nieuwe woning.

**Lees volledige uitspraak:** [link naar de uitspraak]

ECLI:NL:RBAMS:2024:6302 Rechtbank Amsterdam, 16-10-2024, 23-5617

De rechtbank heeft geoordeeld dat een urgentieaanvraag voor een woning niet terecht was omdat de aanvrager niet voldeed aan de voorwaarden van de huisvestingsverordening. De aanvrager stelde dat zij dringend een nieuwe woning nodig had vanwege haar slechte gezondheidssituatie, maar de rechtbank oordeelde dat dit onvoldoende onderbouwd was. Volgens de huisvestingsverordening moeten aanvragers aantonen dat zij in een noodsituatie verkeren en dat er geen alternatieve oplossingen mogelijk zijn. Omdat de aanvrager hier niet aan voldeed, werd de urgentieaanvraag afgewezen.

Lees volledige uitspraak: [link naar de volledige uitspraak]

ECLI:NL:RVS:2025:746 Raad van State, 26-02-2025, 202402083/1/A2

De rechtbank heeft geoordeeld dat een urgentieverklaring voor een huurwoning terecht is geweigerd door de gemeente vanwege het ontbreken van aantoonbare medische of sociale urgentie. De aanvrager had aangevoerd dat er sprake was van psychische klachten door de ongeschikte woonsituatie, maar de rechtbank oordeelde dat dit onvoldoende onderbouwd was. Daarnaast heeft de rechtbank de huisvestingverordening toegepast om te bepalen of de weigering van de gemeente rechtmatig was. Mede op basis hiervan is de afwijzing van de urgentieverklaring in stand gehouden.

Lees volledige uitspraak: [link]

ECLI:NL:RBAMS:2024:4861 Rechtbank Amsterdam, 05-08-2024, 23/6617

De rechtbank heeft geoordeeld dat een gemeente onterecht urgentie heeft toegekend aan een huurder in verband met huisvesting. De huurder had aangevoerd dat zij dringend een andere woning nodig had vanwege gezondheidsproblemen, maar de rechtbank oordeelde dat deze medische problemen niet dusdanig ernstig waren dat er sprake was van een urgentie. De huisvestingverordening van de gemeente bepaalt namelijk dat alleen in uitzonderlijke gevallen urgentie kan worden verleend op medische gronden. De rechter stelde vast dat in dit geval geen sprake was van een uitzonderlijke situatie en vernietigde daarom het besluit van de gemeente om urgentie toe te kennen aan de huurder.

Lees volledige uitspraak: [link]

ECLI:NL:RBAMS:2024:4614 Rechtbank Amsterdam, 25-07-2024, 23/6583

De Raad van State heeft geoordeeld dat de gemeente Amsterdam de urgentieverklaring van een huurder terecht heeft ingetrokken. De huurder had onjuiste informatie verstrekt over haar woonsituatie, waardoor zij onterecht als urgent geval was aangemerkt. De intrekking van de urgentieverklaring en de daaropvolgende weigering van een woning door woningcorporatie De Key zijn dan ook rechtmatig bevonden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de huisvestingverordening in deze zaak correct is toegepast en dat de belangen van de huurder niet zwaarder wegen dan het belang van een rechtvaardige verdeling van sociale huurwoningen.

Lees volledige uitspraak: [link]

ECLI:NL:RVS:2025:510 Raad van State, 12-02-2025, 202305805/1/A2

De rechtbank Amsterdam heeft geoordeeld dat een urgentieverklaring voor een woning niet automatisch vervalt bij een verhuizing naar een nieuwe gemeente. De betreffende woningzoekende had na een echtscheiding een urgentieverklaring gekregen, maar toen zij verhuisde naar een andere gemeente werd deze ingetrokken. De rechtbank oordeelde echter dat er geen grond was om de urgentieverklaring in te trekken, aangezien de redenen voor urgentie nog steeds van toepassing waren. De gemeente is veroordeeld tot het verstrekken van een nieuwe urgentieverklaring aan de betreffende woningzoekende.

Lees volledige uitspraak: [klik hier](link naar volledige uitspraak)

ECLI:NL:RBAMS:2024:3762 Rechtbank Amsterdam, 26-06-2024, AMS 23/2107

Urgentieaanvraag van huurder afgewezen door gemeente wegens niet voldoen aan voorwaarden uit huisvestingverordening. Huurder heeft onvoldoende aangetoond dat er sprake is van een noodsituatie die rechtvaardigt dat zij voorrang krijgt bij het toewijzen van een woning. Gemeente heeft besloten dat de urgentieaanvraag niet voldoet aan de gestelde eisen en heeft deze daarom afgewezen. Huurder heeft beroep aangetekend tegen dit besluit. Rechter oordeelt dat gemeente terecht heeft gehandeld en de urgentieaanvraag op juiste gronden heeft afgewezen. Huurder dient zelf verantwoordelijkheid te nemen voor het aantonen van een noodsituatie die urgentie rechtvaardigt.

[Lees volledige uitspraak](link)

ECLI:NL:RBAMS:2024:3865 Rechtbank Amsterdam, 27-06-2024, 23/5791

De Rechtbank Gelderland heeft geoordeeld dat een urgentieverklaring voor een woning niet zomaar kan worden geweigerd op basis van een negatieve BKR-registratie. De urgentieaanvraag was afgewezen omdat de aanvrager een schuld had bij een telecombedrijf. De rechter vindt echter dat deze schuld niet relevant is voor de beoordeling van de urgentieaanvraag. De gemeente moet de aanvraag opnieuw beoordelen en mag de BKR-registratie niet meer laten meewegen.

Lees volledige uitspraak: [link naar de volledige uitspraak].