De rechtbank heeft geoordeeld dat een urgentieverklaring voor een huurwoning terecht is geweigerd door de gemeente vanwege het ontbreken van aantoonbare medische of sociale urgentie. De aanvrager had aangevoerd dat er sprake was van psychische klachten door de ongeschikte woonsituatie, maar de rechtbank oordeelde dat dit onvoldoende onderbouwd was. Daarnaast heeft de rechtbank de huisvestingverordening toegepast om te bepalen of de weigering van de gemeente rechtmatig was. Mede op basis hiervan is de afwijzing van de urgentieverklaring in stand gehouden.
Lees volledige uitspraak: [link]