ECLI:NL:RBNHO:2025:14112 Rechtbank Noord-Holland, 01-12-2025, HAA 25/4390 en HAA 25/2954

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft geoordeeld dat lidstaten mogen weigeren om een verblijfsvergunning te verlenen aan familieleden van een EU-burger die de nationaliteit van een derde land heeft en in een andere lidstaat woont. Deze uitspraak is gebaseerd op de Europese regels voor het vrije verkeer van EU-burgers en hun familieleden. Volgens het hof mogen lidstaten een verblijfsvergunning weigeren als de EU-burger geen gebruik heeft gemaakt van zijn recht op vrij verkeer. In dit specifieke geval ging het om een man met de Belgische nationaliteit die in Nederland woonde en een verblijfsvergunning had aangevraagd voor zijn vrouw, die de Filipijnse nationaliteit had. De Nederlandse autoriteiten hadden deze aanvraag afgewezen, wat door het hof als gerechtvaardigd werd beschouwd.

[Lees volledige uitspraak](link)