ECLI:NL:RBAMS:2024:7404 Rechtbank Amsterdam, 02-12-2024, 24/3162

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft geoordeeld dat de Nederlandse staat niet nalatig is geweest bij het behandelen van een urgentiezaak van een asielzoeker. De asielzoeker beweerde dat de Nederlandse autoriteiten te traag hadden gereageerd op zijn asielaanvraag, waardoor hij onnodig lang in onzekerheid verkeerde. Het Hof oordeelde echter dat de Nederlandse autoriteiten binnen een redelijke termijn hebben gehandeld en dat er geen sprake was van schending van de rechten van de asielzoeker. Deze uitspraak heeft gevolgen voor andere urgente asielzaken in Nederland en kan als precedent dienen voor toekomstige zaken.

Lees volledige uitspraak: [link]